De reis van de Zeezot de reis naar verre bestemmingen

2 januari 2009

200818 van Washington naar het zuiden

Filed under: 200818 Washington naar het zuiden — Joop @ 5:42 pm

Van Washington naar het zuiden

We zijn weer terug aan boord na vijf weken in Nederland op “vakantie”. Het is inmiddels 20 november en koud dat het hier is!!  Marleen is met ons terug gereisd, zij het in een ander vliegtuig. Want ja zo gaat dat met belangrijke mensen,  niet samen in een vliegtuig je weet immers maar nooit.

We hebben de pech dat er een tas van ons zoekgeraakt is op de luchthaven en die zal worden nageleverd. Uiteindelijk heeft dat nogal wat voeten in de aarde voordat het allemaal geregeld is. Het kost Albertien talloze telefoontjes, maar na drie dagen is hij bovenwater.

We zijn ondertussen verkast naar de CYC, lees Capital Yacht Club waar we een hartelijk welkom krijgen en voor 15 dollar per dag gebruik mogen maken van alle faciliteiten zo als internet, douches en veel andere dingen zelfs een uitgebreid Amerikaans ontbijt op zaterdag ontbreekt er niet aan. We bekijken de stad en een aantal musea. Op zaterdag gaan we naar een grote markt op aanraden van de yachtclub leden. Het is inderdaad een leuke markt. Vervolgens gaan we met de bus, waardoor we veel van de stad zien, dwars door de stad naar de dierentuin. Deze dierentuin is schitterend aangelegd, maar met de winterse vrieskou zijn bijna alle dieren binnen. De luxe is wel dat zoals gezegd de musea en de dierentuin gratis zijn. We hebben in een koffietentje een gesprek met een bewoonster van deze stad en volgend haar wordt de komende jaren de sfeer in de stad anders, die verandert namelijk met de president mee. 

Zondag we pikken de tas op bij de jachthaven waar de boot gelegen heeft tijdens onze afwezigheid. De bewuste tas was daar al de dag na aankomst bezorgt. Alleen kon tot op vanmorgen niemand ons dat vertellen.

We zijn nog maar net op weg of we worden aan gehouden door kustwacht. Dit is zowaar de eerste keer dat we in het over gecontroleerde Amerika aangehouden worden. Als na controle alles in orde blijkt gaan de vriendelijke mannen weg en wensen ons een goede reis.

Wij varen op de motor naar een goede ankerplaats voor de nacht op de Pontomac-river. De volgende morgen om zeven uur appel we willen het tij niet missen. Anker op en varen! De rivier is maar liefst 100 mijl lang, de dagen maar 10 uur licht en we willen geen tijd verspelen. Het is koud maar een paar graden boven nul. Gelukkig komt er een zonnetje bij. Helaas moeten we veel moteren omdat er bijna geen wind is.

We komen tot halverwege de rivier en vinden een goede ankerplaats aan de ingang van een riviertje. ’s Morgens weer bij het licht worden op weg. Na een uurtje of twee komt er wind en kunnen de zeilen omhoog. De rest van de dag wordt zeilend afgelegd. Op de wal bij een ankerplaats vlak bij het plaatsje St Mary’s  waar we volgens de boeken winkels kunnen verwachten, vinden we alleen een scholencomplex met campus. De winkel is 20 minuten rijden met de auto, dat wordt hem niet, dan maar op noodrantsoen.

Maakt u zich geen zorgen want er is zoveel eten aan boord dat we nog wel een maand kunnen overleven, en dan ook nog luxe kunnen eten. Dus waar hebben we het over.

Later zijn we toch nog verkast naar een andere ligplaats bij een jachthaven. We willen water en diesel tanken maar als we voor 5 uur aan komen is er niemand te vinden. Wel ontdekken we een doucheruimte die open is en lekker verwarmt. Marleen en ik trakteren onszelf later op de avond op een douche. Wel illegaal, maar erg lekker! Als we naar de boot terug willen varen blijkt de breekpen van de motor weer gebroken en moeten we roeien.  

Ook de volgende morgen gaan we weer vroeg op pad, want we willen zo snel mogelijk zuidwaarts. We hebben inmiddels mooi helder weer, wind en de zon schijnt er lekker op los. We varen weer een riviertje, “de Indian river”  op op zoek naar water en diesel en deze keer lukt het wel.

Als we getankt hebben gaan we op een rustig plekje voor anker. Morgen gaan naar het stadje wat hier vlakbij ligt voor boodschappen en we willen luxe gaan ontbijten bij een koffiebar.

De volgende ochtend lopen we naar de stad voor het beloofde ontbijt, helaas een dikke teleurstelling alles is dicht. Het is

“Thanks giving day” een nationale feestdag in de VS. Gelukkig is de supermarkt wel open en kunnen we vers voer in slaan zodat we later aan boord lekker kunnen ontbijten al wordt het meer brunchen.

Tegen de middag vertrekken we weer naar de volgende bestemming. Het wordt dit keer een korte rit. De beoogde plek kunnen we niet aan lopen te ondiep dus wordt het een haven dichterbij of veel verder maar die bereiken niet meer bij daglicht. Dus kiezen we voor de eerste optie.

Als we daar aankomen en later naar de wal roeien blijkt het daar ook uitgestorven. Eis niets te beleven, waarschijnlijk door de feestdag. Marleen en ik maken nog een fikse wandeling en roeien terug naar de boot en daar houden we verder onze eigen feestdag vandaag.

De volgende dag weer vroeg op, want vandaag willen we naar Hampton bij Norfolk zo’n 40 mijl verderop. Gelukkig kunnen we zeilen. We zien vijf pelikanen vliegen en hebben daardoor het idee dat we al weer wat zuidelijker zijn. Wanneer we op de ankerplaats bij Hampton aankomen is die wel erg klein en al vol met de ene andere boot die er ligt. Een eindje verder op ankeren we wel, maar echt goed voelt het voor mij niet. De bedoeling is dat ik een aantal dagen aan boord blijf, terwijl Joop en Marleen een autotocht gaan maken. We besluiten morgenvroeg naar Norfolk te varen. Van bevriende Nederlanders, die ik heb gebeld, hebben we gehoord dat daar wel een goede ankerplaats is. En ja dat ziet er beter uit. Het is ruim en er liggen meer schepen voor anker.  We zijn op tijd om voor sluitingstijd een auto te huren. Bij een jachthaven kunnen we voor 12 dolllar onze bijboot stallen en gebruikmaken van hun douches en wasmachines. S’middags verkennen we de omgeving en gaan we naar Norfolk. Helaas zijn veel winkels dicht  nog steeds vanwege Thanksgiving. Ze maken er kennelijk een lang weekend van. We eten pizza in een typisch Amerikaanse tent, formica tafeltjes en alleen frisdrank, koude thee en bier bij het eten. Onze bestelling van een punt per persoon vinden ze maar vreemd. Kennelijk is 2 het minimum, maar wij hebben genoeg aan zo’n stuk. In een boekhandel vindt Marleen reisgidsen voor haar reis naar Australie en Nieuw Zeeland. De dag en haar logeerpartij aan boord besluiten we met een etentje in een heuse Biergarten. We eten er Kasslerib mit Sauerkraut en Snitzel, wat ons uitstekend smaakt.

 

Foto’s van deze periode kunt u bekijken via onder staande link

 

http://picasaweb.google.com/syzeezot

 

Zondagochtend stroomt het van de regen. We wachten tot het iets minder wordt, dan zet ik Joop en Marleen af bij de auto en ga na een kletsje bij een buurtschip terug aan boord. Het blijft de hele dag regenen en ’s avonds gaat het hard waaien. De boot zwiept alle kanten op en ik hoop van ganser harte dat het anker houdt. Voor de zekerheid kijk ik vannacht elke anderhalf uur even rond. Een buurboot komt wel erg dichtbij. Krabt die of heeft die omdat het een zwaar schip erg veel ketting gestoken? Bij navraag de volgende dag blijkt het laatste. Joop smst dat hij de camera kwijt is. Ik kijk nog even op de jachthaven of hij daar misschien gevonden is, maar helaas dat is niet het geval. Verder blijf ik, evenals de bemanning op de andere schepen de hele dag aan boord. Het waait te hard en te vlagerig om van boord te gaan. Gelukkig gaat de wind in de loop van de avond liggen zodat ik dat ook met een gerust hart kan doen. Dinsdag blijf ik, hoewel het weer rustig genoeg is, weer een hele dag aan boord.  Joop en Marleen zitten ondertussen helemaal in Philadelphia en ik geniet van het alleen aanrommelen. Heerlijk! In Nederland heb ik nauwelijks tijd en geen huis voor mezelf gehad, dus die schade haal ik nu in.

Woensdag ga ik wel even naar de wal in Norfolk. Na lang dwalen vind ik een café met wifi. Het is een wonderlijke tent. Aan de buiten kant zeggen ze een koffiehuis te zijn binnen is het meer een eethuisje. Ik bestel dan ook maar een falafel, hoef ik niet meer te koken ook. Het wordt zoals alles hier met chips erbij geserveerd. Wonderlijke gewoonte. Ik kan lekker even bellen. Als de laptop aan de stroom moet, blijkt dat ze eigenlijk al dicht zijn en dus ga ik maar weer.  Het was koud vandaag, zo rond het vriespunt en er waren pelikanen. Kennelijk heb je ook die vorstbestendig. Marleen zit in de lucht en Joop komt zo weer “thuis”. Morgen gaan we nog even boodschappen doen , de auto inleveren en dan de ICW op.

Als ik dan om half negen op de haven aangeland ben en Albertien zo als afgesproken een SMS stuur dat ik er ben zodat ze met de bijboot me kan afhalen, wacht ik op de steiger. 10 minuten, 20 minuten, maar al wie er komt geen Albertien. Inmiddels heb ik haar nog twee smsjes gestuurd, maar er komt geen reactie. Ik maak mij ongerust. Normaal krijg ik per omgaande altijd bericht van haar. Ik ben verkouden en voel me grieperig. Ik sta gewoon te rillen en heb erg koud . Ik ga in de auto zitten.En dan zit je maar te wachten. De batterij van de telefoon is leeg en ik heb nog wel een lokale US telefoon maar daar kan geen Nederlandse telefoon mee bellen. Wat nu? Hoe krijg ik haar te pakken? Zij zit op de boot met de bijboot en ik zit aan de wal in de auto. Wat kan er mis zijn? Is ze misschien in slaap gevallen of is er iets anders mis? Ik maak me zorgen.

En als ik dan zo zit te overpeinzen wat ik kan doen, bedenk dat ik toch niemand in Nederland had kunnen bellen daar is het 4 uur in de nacht. Maar we hebben Amerikaanse vrienden in Chicago die zijn nog wel wakker. Ik bel en leg uit dat ik hun wel kan bellen, maar niet met Albertien. Zij gaan het proberen. Na verloop van tijd bellen ze terug. Ze kunnen haar niet te pakken krijgen. Nu begin ik me toch wel echt ongerust te maken. Het is inmiddels kwart over tien! Ik loop naar de jachtclub met de vraag of iemand me naar Zeezot kan brengen. Helaas, het is winter en niemand heeft nog een bijboot in het water. Ze adviseren me de Coastgard  te bellen.

Ik de Coastgard gebeld, maar krijg een juffrouw aan de lijn die er niets van snapt en alleen mijn postcode wil weten, dat schiet op. Ik loop maar weer de steiger op en zie er een boot met een bijboot in de davits. Er brandt nog licht aan boord. Ik klop aan bij het schip en er komt een reactie. Ik leg het verhaal uit aan de man van het schip en vraag of hij me met zijn bijboot naar Zeezot kan brengen. Intussen hoor ik zijn vrouw roepen dat hij mij vooral niet aan boord moet laten, je weet maar nooit. Nu kan hij mij ook niet met zijn bijboot naar zeezot kan brengen, want ook deze is winterklaar gemaakt en kan niet te water.

Maar hij zegt ik roep de Coastgard wel op en dan brengen die je wel even. Het hele spelletje van postcodes begint opnieuw, maar de man heeft die gelukkig wel bijdehand. Nou, ze zouden kijken of ze nog een boot te pakken kunnen krijgen??? En dan moet je je voorstellen het is Navyhaven nr 1 van Amerika . Het barst hier van politie-, coastgard- en navyboten.  Overdag struikel je erover en’s avonds is er geen te vinden? Maar alles is in gang gezet is en de zenuwen gieren me door het lijf. En dan komt Albertien rustig aangeroeid, wat een opluchting! Maar waarom kon ik je niet bereiken vraag haar. Het bleek dat de telefoon wel aan stond maar geen bereik had. Gelukkig vond ook zij het wel lang duren voor ik een smsje stuurde. Uiteindelijk kwam ze er achter. De vrienden uit Chicago hebben eindeloos geprobeerd te bellen en haar toch aan de lijn gekregen.

Zo komt alles nog weer goed en ga ik met een dikke verkoudheid onder de wol.

Overigens hebben Marleen en ik mooie trip met auto gemaakt en wel heel veel mijlen gereden dat kan nu weer de benzine prijs weer normaal voor Amerikanen en dan hebben we het over 12 euro een tank vol !!! alleen de motels waar we overnacht hebben daar kan je wel boek over schrijven we mikten budget motels 60 dollar per nacht het kost niet veel maar de kwaliteit is ook niet veel maar we hebben wel gelachen pleisterwerk wat van het plafond valt sigaretten brandplekken op meubels of beddensprei slecht verwarmde kamers en nog meer leuke verrassingen.

 

Na dit avontuur, een nacht goed slapen en een heleboel boodschappen vertrekken we om half twee. Het is een grijs gedoe hier vanwege alle marineschepen en overal zijn ze op het water aan het patrouilleren. Het is een druk, onaantrekkelijk vaarwater. Pas als we het Dismal Swamp Canal op varen wordt het mooier. Dit is een van de oudste kanalen van de VS en het loopt dwars door een groot moerasgebied. De eerste van de twee sluizen halen we dankzij de vriendelijk sluiswachter nog net. Verder kunnen we niet want de brug die er achter ligt wordt voor het donker is niet meer bedient. Gelukkig is er vlak achter de sluis een plek waar we af kunnen meren. Door de sluiswachter worden we uitgenodigd op de koffie en het ontbijt de volgende morgen. De man verteld ons dan een hoop over het kanaal. Onder andere waarom het zo schuimt. Dit komt omdat het zo zuur is vanwege de ‘junipers’ die hier overal groeien. We moeten het maar zien als thee. Vroeger waren zeevarenden dol op dit water omdat het niet bedierf.  Of dat als je hier je boot een paar dagen laat liggen alle aangroei er af is, omdat dat in dit water geen standhoudt. Volgens hem ben je dan voor een half jaar aangroeivrij. We testen het niet uit. Als ontbijt krijgen we kleine pizzaatjes en ‘pig in a blanket’ , dit is een worstje gerold in een ‘bleuberrypancake’ dat je vervolgens doopt in echte, zelf gemaakt maple-stroop. Ik vind het erg lekker. Vooral ook de zuivere smaak van de stroop. We kunnen pas om negen uur door de brug, want dan zijn alle schoolbussen gepasseerd. Volgens de sluiswachter kunnen we als we gemiddeld 5.2 mijl varen, de volgende sluis op door ons gewenste tijd halen. We hebben dan zelfs nog tijd om bij een bezoekerscentrum te stoppen en daar de gratis ‘cruising gides’ voor  North Carolina en Florida op te halen. Het kanaal is af ten toe zeer ondiep en er drijven overal boomstammen. Eentje moeten we zelfs voorzichtig aan de kant duwen. De bomen hebben hier en daar nog wat kleur, maar een paar weken terug moet het hier nog mooier zijn geweest. Bij dat centrum ligt nog een ander zuidgaand schip en ook dat wil op de zelfde tijd door de tweede sluis als wij. De sluizen draaien hier maar 4 keer per dag, dus missen betekent lang wachten. En we  willen Elisabeth city halen, want ook daar kan je weer gratis afmeren en een avond wandeling bevalt ons goed. Eenmaal daar nodigen we de opvarenden van de andere schip uit voor een drankje en spreken af de volgende dag naar dezelfde ankerplak te varen. Wij trakteren onszelf op een lekker etentje op de wal. Nog even internetten en morgen weer vroeg op pad om de afgesproken ankerplek te halen. Om zes uur staan we op, want we dan kunnen we voor vertrek nog een paar mensen bellen en de site bijwerken. Om zeven uur vertrekken we om de volgende ankerplek bij licht te kunnen halen. We zijn blij dat er om tien uur genoeg wind staat om te kunnen zeilen, want steeds op de motor is ons feestje niet.. Maar als de zeilen even hebben gestaan is de wind weg, dus motor aan en stomen. Dit doen verder de hele dag en als het donker wordt zoeken we een  ankerplek aan het begin van Alligatorriver. De naam belooft veel maar er zijn geen krokodillen te zien. ‘s Avonds drinken we aan boord van de Aquarelle een borrel met Gayle en Bruce.

Zondag we vertrekken weer vroeg, het is nog maar net licht. We hijsen de bijboot aan dek en gaan op weg. We willen weer een lange trip maken vandaag, pakweg 45 mijl. Bij vertrek komt de wind schuin van voren maar straks buigen we af, dan. krijgen we hem ruimer en kunnen de zeilen omhoog. Helaas een halve mijl verder draait de wind tegen en neemt flink toe. Dat is balen. We reven het grootzeil en de genua een stuk dan maar zo. We zeilen met nog steeds de motor bij op de Alligatorriver. Als we bij het Alligator-pongo kanaal komen is de wind helemaal tegen gedraaid zodat de zeilen opgeruimd kunnen worden. Het is een 25 mijl lang kanaal wat door een groot moeras gebied loopt. Het is wel begroeid met struiken en bomen maar een beetje desolaat, doordat er erg veel bomen zijn omgewaaid of doordat de toppen er uit gewaaid zijn  waarschijnlijk door hurricanes in het verleden. We varen op de stuurautomaat omdat het lange rechte stukken zijn. Vlak voor een brug raken we wat meer uit het midden van het kanaal. Ik wil net meer naar het midden sturen als we met een klap op iets wat onder water ligt varen waarschijnlijk een boomstronk of meerdere. Het zwaard klapt omhoog en ook het roer. We schrikken wel van de klappen maar alles lijkt goed te gaan tot we het roer weer omlaag willen pompen. Het wil maar een paar slagen op en neer dat is niet handig!! Misschien een stuk hout van een boomstronk er tussen denk ik nog, maar het is niet goed. We varen door en als we op een soort meer komen begint de wind toe te nemen. Recht op de kop we meten zelfs 37 knopen. Helaas maken we niet veel snelheid. Na 2 uur zijn we aan de overkant, vijf mijl verder en kunnen we weer zeilen. We rollen de genua een stukje uit en gaan als een speer, omdat we nu een haakse bocht maken. Het stuurt erg zwaar met het roer omhoog. Ter verhoging van de feestvreugde heeft ook de windmeter het begeven. Om vier uur zijn we op onze eindbestemming voor vandaag.

We bekijken in de bijboot nog even het roer maar kunnen er niets aan zien. Er zit niets anders op dan de boot uit water te laten halen, want overboord gaan is nu te koud. Het water is 6 graden brrrr….. niet aan denken. We zijn nog een dag varen van Beaufort en daar hebben we  in juni ook de boot uit water gehaald. Toen was het voor het roer lager. We bellen Bock marine, de jachtwerf op of het kan en dat is geen probleem. Kom maar dan halen we je eruit zeggen ze. Aquarelle had haar vaarschema aan ons aan gepast en is al op de zelfde ankerplaats als wij aankomen. We vieren de verjaardag van Gayle bij ons aan boord, want wij hebben een kacheltje. Zij brengen champagne mee en wij koken tot Gayles grote vreugde nasi. Zij had dit ooit gegeten toen ze op bezoek was bij een vriendin in Wassenaar. Ze genieten beide intens van onze gastvrijheid en uiten op zijn Amerikaans dat wel tig keer. Als het Nederlanders waren zou je er achterdochtig van worden. Ook wij genieten van de avond want het zijn gezellige en interessante mensen. Wel jammer dat vanaf morgenavond onze wegen (voorlopig?) weer scheiden. Zo zijn onze ontmoetingen: Je spreekt elkaar kort op een steiger bij een bezoekerscentrum, zit dan de drie avonden daarop gezellig met elkaar te praten en gaat weer ieder een kant op. Wij in dit geval letterlijk.

Het is nog een dag op motor varen en om 3 uur zijn we er. Aquarelle is voor de zekerheid achter ons blijven varen om ons in geval van nood te kunnen helpen. Bij de werf zetten ze ons meteen na aankomst op de kant. Nu eens kijken wat er aan de hand is met ons roer. Het is even schrikken. De as van de hydraulische cilinder is totaal verbogen door de klap. Waarschijnlijk kon hij niet snel genoeg in schuiven en is  vervolgens krom gebogen. We zagen de kapotte as er tussen uit, want iets anders lukt niet meer. Als de as er uit is, denk ik dat als ze hier een nieuwe as  kunnen maken, ik me daarna wel weer red. Is dat niet het geval, dan moeten we wachten tot het onderdeel uit Frankrijk overkomt. Gelukkig voor ons blijkt na informatie bij een machinewerkplaats, dat ze het kunnen maken. De werfbaas brengt daar vanavond nog de resten heen, zodat ze er morgen meteen aan kunnen beginnen.

Nu we toch moeten wachten, schilderen wij voor de derde keer dit jaar het onderwater schip en ook de waterlijn vernieuwen we. 

Woensdag is de as klaar en na wat gepruts werkt het roer weer goed. Hoera!! Omdat het vandaag de hele dag geplensd heeft, hebben we de gele streep van de waterlijn nog niet over kunnen schilderen. We besluiten nog een dagje te wachten. Misschien is het morgen droog genoeg. Ik heb inmiddels de boot verder in kerstsfeer gebracht. Om de maststeun heb ik een lang, nep kersttakje geslingerd en daar hangen nu gouden balletjes in en rode kralenstreepjes. De kerstlampjes op batterijen halen het net over de hele lengte.  Het geheel heeft zijn zeilproofheid al bewezen. Vandaag heb ik van vers groen een krans gemaakt, dus ik kan mee doen met de Amerikanen die allemaal een krans of iets dergelijks aan hun voordeur hebben hangen. Het koude weer van de afgelopen dagen en alle kerstgedoe hier hebben hun invloed gehad. Vandaag was het ineens 19 graden terwijl het eergisterochtend nog vroor. Hopelijk kunnen we morgen weer het water in om weer verder te gaan. Overigens hoorde Joop vandaag dat wij al de zesde boot zijn met schade in dat kanaal en de derde op deze werf. Van een polyesterschip was de roerkoning uit het polyester gebroken. Daarmee vergeleken hebben we geluk gehad.

Ja en ik was een ervaring rijker en een illusie en 900 dollar armer.

 

Uiteindelijk gaan we vrijdagochtend te water, na dat Joop donderdag tussen de buien door de gele waterlijn opnieuw geschilderd had. We vertrekken rond elven, tanken eerst letterlijk en later figuurlijk bij. We hadden in het hoofd meteen door naar buiten te gaan en zo een groot stuk via de oceaan te varen. Maar toen we de brekers in het zeegat zagen besloten we eerst maar te ankeren en later met gunstig tij een nieuwe poging te wagen. Tot ons beider verbazing ploften we om twee uur in bed en hebben we tot bij zessen geslapen. We besluiten gezien de weerverwachtingen morgenochtend bij het krieken van de dag naar buiten te gaan en kruipen na de maaltijd zeer tevreden ons nestje weer in. Die nacht loeit de wind naar behoren. De volgende ochtend is de zee rustiger en varen we uit. We kunnen tot 2 uur voor de verkenner van de door ons gekozen ‘inlet’ zeilen. Het is koud met een zonnetje en we krijgen zelfs weer bezoek van dolfijnen. In het schemerdonker vinden we vlakbij de ICW een ankerplaats. Zondag is het weer vroeg reveille, want we hebben een halve afspraak dat Jorgen en Gun uit Chicago in Charleston aan boord zullen komen voor een paar dagen. Dit houdt in dat wij er fiks aan moeten trekken om dat te kunnen halen.  Het landschap waar we doorheen varen lijkt op het waddengebied. Het is alsof we door begroeide slenken en prielen varen. Alleen jammer dat het zo vol gebouwd wordt. Vaak met kasten van huizen, die ieder hun eigen lange steiger met aanlegplaats naar de ICW hebben. Moet een gouden plek voor steigerbouwers zijn hier. Wij vinden het wat overdreven veel. Delen kan toch ook?? “s Avonds halen we het doel dat we ons gesteld hebben net bij daglicht, ondanks dat we bij een pontonbrug moesten wachten tot de ergste eb voorbij was. Tomorrow again early out the ‘veren’.

Onze plannen zijn gewijzigd of zoals Australische vrienden zeggen “our plans are writen in mud” . Dat houdt in dat we dit jaar niet door de Panama gaan en gewoon nog een jaartje in de Carieb blijven. We willen in elk geval nog de Bahama’s, Cuba, de Dominicaanse Republiek, Turks and Caicos Islands, Aruba, Bonaire, Curaçao en Samblas bezoeken. Veel daarvan zouden we over moeten slaan als we dit jaar al gaan terwijl het interessante plekken zijn. Vandaar!!!

Na een prachtige tocht over de Waccamawriver komen we tegen vijven in Georgetown aan. Aquarelle ligt hier ook weer en onder het genot van een glas wijn kletsen we bij. We besluiten hier een dagje te blijven. Van Jorgen en Gun nog geen bericht, waardoor we vermoeden dat er een kink in de kabel zit. De volgende dag gaan we koffie drinken met elkaar in een internet cafe. Wij werken de site bij en bellen met diverse mensen. Gayle en Bruce krijgen ondertussen computerles van Joop. Er komt inderdaad een mailtje binnen met het bericht, dat Gun dankzij bezuinigingen op haar werk, zich helaas niet vrij kan maken. Ze hopen op een andere keer, wij ook. We scharrelen wat door Georgetown. Het is een mooi en naar Amerikaanse begrippen oud plaatsje met lanen. Een leuke verrassing, want bij het binnenvaren maakte het een erge industriële indruk  Ik koop bij een ‘triftshop” voor een habbekrats nog wat kerstversiering en elektronicasnoertjes. Vervolgens bezoeken we weer eens een wasserette en worden we ‘s avonds getrakteerd op verrukkelijke garnalen bij de buren aan boord. Bruce verteld dat hij bij de aanschaf van de garnalen een poes kon krijgen. Bij de “Independant schrimp factory”  barstte het namelijk van de goeddoorvoede katten. Woensdag zit het ’s ochtends  potdicht van de mist. Dat en het feit dat we internet aan boord hebben doet ons besluiten morgen pas weg te gaan. 

Bij het krieken van de dag wordt ik wakker en zie dat er geen mist is. We vertrekken richting Charleston. Dit halen we niet in een dag en we spreken met Aquarelle af om onderweg op de zelfde plek te ankeren. De tocht gaat door prachtige rietlanden. Overal zijn zijkreekjes en kleine meertjes. Ook nu zien we regelmatig vissende dolfijnen, zwevende roofvogels, blauwe en witte reigers en eindeloos veel aalscholvers. Dit is genieten! Helaas is het de hele dag weer motoren geblazen, daardoor hebben overigens we wel warm water en kunnen we uitgebreid douchen tijdens het varen. Water tanken is hier geen probleem. Bij de ankerplaats, die middenin de rietvelden ligt aangekomen horen we zowaar het gepiet van de bonte piet. Eerder die dag was daar de lucht van zeedennen en ook dan is Terschelling in eens heel dichtbij. Vrijdagmorgen vertrekken we weer bij een prachtige zonsopgang. Vandaag worden we hoofdzakelijk omringd door pelikanen. Deze vogels zweven vaak vlak boven het water. Ik wacht steeds op het ogenblik dat ze met buik of vleugels het water raken, maar dat gebeurt tijdens zo’n zweefvlucht nooit. Om half elf liggen voor anker bij Charleston. Er staat hier een fiks stroom. We liggen dwars op de wind van 15knts. Na de kentering van half twee, als we ervan overtuigd zijn dat ons bootje goed ligt, gaan we van boord om deze echte, zuidelijke stad te bekijken.

Uiteindelijk gaan we pas in de loop van de volgende ochtend naar de wal. Onze fietsjes hebben we mee genomen en zo verkennen we op de fiets Charleston.  We zien de vele jaren 20 huizen in alle maten en soorten. Van supergroot tot een voor ons gewonen huizenmaat. Mooi aangelegde tuinen met “live oaks” en palmbomen. Mede doordat er veel in baksteen is gebouwd doet het voor ons Europees aan. Sommige huizen zouden op de Bergendalseweg in Nijmegen niet misstaan. We komen bij een grote overdekte markt. Hier worden diverse handarbeidsels verkocht. Mooi zijn de manden die ook nu door zwarten gemaakt worden en voortkomen uit de Afrikaanse en slaven tijd.

Helaas echt nodig hebben we niks dus blijft het bij kijken. Opzoek naar een plattegrond, informatie en  een supermarkt lopen we een visitorscentrum binnen. Wat het precies is weten we nog steeds niet, maar wel dat ze ons aanraden een rondleiding met uitleg over timesharing te volgen. Het zou ons in ieder geval vrije toegangskaart tot het aquarium, een plantage en nog wat opleveren. Na wat gedub en een bezoek aan de supermarkt besluiten we dit avontuur maar aan te gaan. Helaas voor vandaag is er geen plaats meer maar morgenochtend op 9 uur wel. Als we om negen uur aan komen, moeten we een heel formulier invullen incl de maandelijkse inkomsten. Er zijn 4 (echt)paren aanwezig en die krijgen allemaal hun eigen begeleider, lees verkoper. Enfin een lezing cq verkooppraatje verder hoopt men dat we meedoen met hun timesharingsplannen. De opzet is dat je door je in te kopen en maandelijks een bijdrage te betalen op een aantal plaatsen “gratis’ vakantie kan vieren en op andere plaatsen verspreid over de hele wereld goedkoper. De uitleg over de financiële kant is erg ondoorzichtig. Men hamert voortdurend op de enorme voordelen die het systeem biedt en dat het aanbod uiteraard alleen vandaag geldig is. Vreemd is ook dat ik wel naar de wc mag, maar onderbegeleiding. Kennelijk willen we niet dat we in gesprek komen met de andere klanten. Uiteraard zeggen we er nog over na te willen denken en vertrekken met onze cadeaus. We dimdammen nog een poosje over de adders onder het gras en komen gaandeweg tot de ontdekking dat het aanbod uiterst onvoordelig is en pas na 7 jaar en 12.0000 dollar voordeel oplevert, als….. We fietsen naar het Aquarium en leren daar het een en ander over de getijde bossen en ’swamps’  waar we doorheen gevaren zijn. Voor het bezoek aan de plantage voor morgen besluiten we een auto te huren, zodat we meteen de omgeving kunnen bekijken. Terug op de boot begint het hard te waaien uit het Noorden. Konden we gisteren nog zonder jas bij 22 graden, nu moet de kachel weer aan. De volgende ochtend is tegen het vriespunt aan. We bezoeken de plantage en leren dat de rijstverbouw is ontstaan om dat de slaven hun kennis meenamen uit Afrika. Zij deden alle werk en brachten grote rijkdom aan hun meesters. De hele rijstverbouw stort met de afschaffing van de slavernij dan ook als een kaartenhuis in elkaar. Na dit bezoek rijden we nog wat rond en gaan nog even op bezoek bij Aquarelle. Wij gaan morgen verder en zij blijven hier tot na kerst. We hopen elkaar nog eens te zien. Wanneer we weer aan boord zijn is het er erg koud, brrrrr…   en het kacheltje doet het niet meer omdat we morgen eerst diesel moeten tanken. Gelukkig doet de warme luchtkachel het wel en die houden we de hele nacht maar aan ook.

Na het tanken van water en diesel varen we verder. We vinden een mooie ankerplaats en varen de volgende ochtend vroeg weer verder. In de fotomap South Carolina ICW kan je de reis van 24 december volgen. Het wordt gaandeweg weer warmer nu de wind in het zuiden zit. We ankeren vroeg dit keer. “s Middags bezoeken we Beaufort SC. We gaan op de fiets en zien zo in korte tijd veel van het plaatsje. Kerstmorgen bakken we ons Kerstbroodje met heuse spijs en een lekker taartje. Later gaan we een eindje fietsen, want het is heerlijk weer. Moest eergisteren de kachel nog aan nu fiets ik in een shirt met korte mouwen bij een temperatuur van 25C. Vandaag gaan we vanaf de ankerplek de andere kant op. Fietsen hier is niet de meest veilige activiteit. Het autoverkeer is er niet op ingesteld. Gelukkig kunnen we vaak de stoep op. Hier loopt langs de weg nota bene een fietspad, maar een boeiend stuk is het niet. Wel zien we tot onze verbazing dat de wasserette open is en omdat het fietsen tegenvalt gaan we maar wassen. Ja ja op 1ste kerstdag, maar dan kunnen we morgenochtend vroeg weer verder. In deze wasserette zijn jonge mexicanen, die de was doen en om de tijd te doden doen ze een soort jeu-de-boule met kwarters. Wij kijken naar de zwartwit film ‘ The longest day”. Wonderlijke combi. Bij de boot aangekomen vragen we de bemanning van de beide cruisers-bootjes, die er in de loop van de dag bij zijn gekomen, op een kerstborrel. De een komt na de ander en zo moeten wij om half negen nog ons kerstmaal maken; het wordt een verkorte versie. Op 2de Kerstdag zit de boel potdicht van de mist. Achteraf bekeken, logisch na die opwarming door de zuidenwind van de afgelopen dagen. Wij lopen naar Beaufort om dit en de foto’s op de site te zetten onder het genot van een heerlijke cappuccino. Daarna zien we wel verder.

Wat feiten over varen aan de oostkust van de Verenigde Staten. Het is een mooi land, veel natuur met bossen, overwegend lichte winden buiten de onweersbuien en tropische stormen om en die komen maar zelden voor. Door het lichte weer voelen we ons soms net motorbootvaarders. We hebben hier in dit half jaar net zoveel motoruren gemaakt, als in de rest van de vijf jaar dat we de boot hebben. Wat nu meevalt, is de brandstof prijs. De laagste prijs per gallon (3.7 liter) van benzine is $ 1.47, de hoogste $ 4.06  en van de diesel $ 2.23 per gallon en de hoogste $ 4.86 per gallon. De goedkope prijzen zijn de huidige prijzen.

We vertrekken aan het begin van de middag. Eigenlijk iets te laat om het tij helemaal mee te krijgen, maar het internetten neemt altijd meer tijd dan we denken.  We vinden een mooi ankerplekje bij het vallen van de avond. De volgende dag gaan we richting Savannah. We besluiten vlak voor een ondiepe doorgang een nachtje voor anker te gaan en morgenochtend vroeg met hoger water verder te varen. Het is hier zo stil dat je ‘snachts steeds de dolfijnen hoort zuchten die rond de boot zwemmen. Om half tien de volgende dag liggen we in Savannah voor de kade. Er is daar een steiger waar je 3 uur gratis mag liggen en voor 1 dollar per voet ook de hele nacht. We besluiten dat laatste te doen, want ankeren zit er hier niet in. Savannah is een van de drukste havensteden tot nu toe en er is veel industrie in de omgeving. Langs de kade flaneren veel mensen en we worden regelmatig aan gesproken. Dat vinden we wel weer eens leuk. We gaan op zoek naar een supermarkt en bekijken zo een groot deel van de stad. Het is een mooie stad met veel mooie huizen in diverse stadia van onderhoud. Savannah bevalt ons beter dan Charleston. De mensen lijken vriendelijker en meer in voor een praatje en een groet. Op de terugweg vinden we een plekje in een park waar we kunnen internetten. Het is in de buurt van een Holliday Inn en die heeft overal een onbeveiligd netwerk hebben we ontdekt.

 

Maandagmorgen horen we eerst om een uur of acht een paar knallen. Het lijkt op een militaire oefening Om negen uur zijn er weer een paar doffe dreunen. We horen wel een hoop politie en brandweer, maar denken dat dit bij de stad hoort. Op de kade is het ook druk voor een maandagmorgen denken we. Maar als we van boord gaan ontdekken we dat de knallen een ondergrondse explosie van een elektriciteitcentrale is geweest. De hele kade is ontruimd. Wij gaan nog even de stad in en merken dat het verkeer vast is gelopen nu een deel van de stad is afgezet. Als we terug komen mogen we gelukkig wel door de afzetting naar ons bootje aan de uitgestorven kade. We vertrekken weer naar ons ankerplaatsje van eergisteren om daar op Aquarelle te wachten met we we oud en nieuw zullen vieren. We lopen echter aan de grond in het ondiepe kanaaltje en moeten op de vloed wachten. We zien onze eerste otter in het wild, terwijl we voor het eerst sinds tijden droogvallen.  Het water komt met horten en stoten terug. Zo denken we, we drijven weer binnen een uur en dan is het water weer weg. Rara? Maar bij het vallen van de avond drijven we weer en zoeken de anderen op. De volgend ochtend varen we met elkaar maar een klein stukje naar de werf waar de Aquarellers de problemen, die ze met de elektriciteit hebbben, op willen lossen. Wij ankeren vlakbij en kunnen via hun schip aan de wal en zo. Hier krijgen we eindelijk antwoord op de vraag wat ‘no see ums’ zijn. Her en der werden ze in een pilot genoemd en we snapten maar niet wat het betekende. Wel nu, het zijn kleine mugjes, die je niet ziet, maar wel voelt. We pakken onze fietsen weer en bekijken zo de omgeving. Joop maakt vanavond nogmaals nasi. Oudejaarsdag: We staan laat op, gaan internetten , doen nog wat boodschappen en gaan dan aan boord oliebollen bakken. Halverwege de bakkerij is het gas op. Dus, hup, Joop in het bijbootje naar de wal en daar op jacht naar gas. Dat lukt gelukkig snel, zodat we de oliebollen naar behoren af kunnen bakken. We beginnen de avond na een heerlijke douche op de werf bij Bruce en Gayle aan boord. We verslinden met elkaar een kleine 3 pond ‘shrimps’ en gaan dan volgens Amerikaans gebruik verder in het huis (de boot) van de ander. Op Zeezot hebben we het toetje: Brand-je–de-bek-niet-pap  en natuurlijk de oliebollen. Alles wordt lekker gevonden en op zijn Amerikaans bejubeld, ook de beerenburg, die we ze laten proeven.  Om twaalf uur toasten we met champagne op het nieuwe jaar. Er is hier niet veel vuurwerk en geen getoeter. Het afsteken van oud bootvuurwerk wordt ons afgeraden, je hebt hier zo de ‘coast gard’ op je dak. We zijn braaf. Gayle en Bruce vertrekken al snel naar hun boot. Zo laat naar bed gaan ze zelden. Wij zitten nog even na en gaan dan ook te kooi.

We wensen een ieder een sprankelend en gezond nieuwjaar!

Foto’s van o.a. Savannah kun je bekijken via onderstaande link

http://picasaweb.google.com/syzeezot

 

2008 is afgesloten en daar mee ook dit hoofdstuk.

Het vervolg kun je lezen in  januari 2009

 

 

« Newer Posts

Powered by WordPress