De reis van de Zeezot de reis naar verre bestemmingen

26 juni 2015

201505 reis langs Frankrijk

Filed under: 201506 reis langs frankrijk — Joop @ 4:41 pm

Frankrijk en de kanaal eilanden.
We verlaten Cherbourgh na daar een paar dagen gelegen te hebben. Ook hier weer veel gewandeld en gefietst. Er staat buiten een stevige westen wind dus haast hebben we niet. Gaan happy houren bij Bwana, wisselen verhalen uit en bekijken het weer voor morgen. Maar dat geeft geen hoop; harde wind. We besluiten met z’n vieren een bus reis met de lokale bussen te maken. Ze kosten maar twee 2,30 euro pp per rit, dat is te betalen. We maken een mooie tocht door het landschap en laten ons onder andere naar Port Bail rijden. Dit is een droogvallende haven aan de zuidwest kant van Cherbourgh met een tij verschil van 7 meter. Prachtig gezicht al die drooggevallen boten maar vaak weinig comfortabel. ‘sAvonds gezellig met z’n vieren uit eten bij de betaalbare jachtclub.

We vertrekken naar Alderney, een van de Kanaal eilanden. We gaan ’s ochtens vroeg weg vanwege het tij en zien de eerste dolfijnen. We proberen te zeilen. Hoog aan wind, in een neer van de hard tegen lopende stroom om cape Le Hague. Dat gaat wel goed. Zij het dat we niet genoeg hoogte kunnen houden en de motor erbij moet. Laveren zit er niet in, dan komen we in de hoofdstroom en die loopt zoals gezegd, hard tegen.

Eenmaal uit het neer kentert het tij en krijgen we stroom mee naar Alderney. We moeten af en toe een slag maken en het gaat voorspoedig. Daar aangekomen een mooring opgepikt en de bijboot opgepompt. Nu kunnen we weer naar de wal. Langs het havenkantoor om de mooring te betalen en dan het dorpje in.

Dat ligt boven op het eiland en het wordt een hele klim naar boven. Er is weinig te beleven ondanks of juist om dat zaterdagmiddag is op een oer Engels eiland. We lopen een slag door het plaatsje en gaan weer terug naar de boot. Met volkorenbrood en een lemondrizzled loaf. (Citroencake)

De weersvoorspelling voor de volgende dag is; harde zuidwesten wind en later draaiend naar west. Dat hebben we geweten. Alderney is een open baai en als hier de wind naar het westen draait, loopt er zwel de haven in. Daardoor liggen we behoorlijk te rollen. Bovendien waait het hard dus met de rubberboot naar de kant wordt een avontuur van hoe blijf je droog en hoe sterk vertrouwen we op de aanhangmotor. Want als die er mee stopt, schuiven we zo het zeegat uit. Bovendien regent het behoorlijk, kortom we blijven binnen. Letterlijk en figuurlijk.

We luisteren naar het weerbericht en horen dat het morgen eerst redelijk weer is maar later hard gaat waaien uit de westnoordwest dat wordt dan nog meer rollen. We besluiten de volgende dag te vertrekken voor het slechte weer komt, en we hier een paar dagen vast liggen op een (on)behoorlijke zwel.

’s Morgens op tijd de boel klaar gemaakt. Ik spreek nog een Nederlandse buurman en die zegt; ik ga zo weg. Ik denk nog dat is vroeg. Volgens ons moest het later, maar hij is hier vaker geweest dus hij zal wel weten. Wij vertrekken en hij blijft liggen wat raar. Albertien duikt weer in de boeken en zegt we zijn nog minstens een uur te vroeg nu hebben we te veel stroom tegen in de Swing, een nauwe doorgang tussen het eiland en een zootje rotsen. Wij weer terug aan een mooring en wachten op het juiste tijdstip.

En dat was maar goed. Het is nu op slacktijd al een heksenketel in dat stuk water. Kan je nagaan als de stroom tegen wind zich er door perst. Er is hier een verval van 8 meter.
We hadden uiteraard ook vanmorgen nog de weerberichten uitgeluisterd; eerst 4 tot 5 bft later aan het eind van de middag oplopend tot 6. We moeten dan al in Guernsey zijn, want met zoveel wind, is stroom tegen wind, te woest. Maar …als we door de Swing zijn en de weg terug afgesloten is, beginnen zowel de Engelsen als Fransen via de marifoon waarschuwingen te geven voor zuidwest 8bft; becoming soon. Stik! Hadden ze dat niet eerder kunnen vermelden. Terug kan immers niet. De stroom is te hevig daar kan je niet tegen in. Dan maar door en hopen dat we voor het losbarst in Guernsey zijn.

Het wordt een race tegen de klok. De wind is zuidwest. Pal tegen en het waait 5 en later 6 bft. Hoog aan de wind zeilend gaat een tijdje goed. Uiteindelijk houden we niet genoeg hoogte en voor kruisen hebben we geen tijd genoeg. Dus motorzeilen, dan kunnen het net belopen. Intussen horen we via de marifoon een pan pan bericht. Er is een boot in de problemen en die vraagt assistentie van de reddingsboot (het blijkt naar we later horen een Nederlands zeiljachtje te zijn, de Stormvogel. Het is een vrij klein jacht van 8 meter en laag op het water. We hebben de mannen bij ons aan boord gehad op de koffie.) Zij waren ’s morgens vanuit Cherbourgh vertrokken en waren net om kaap Le Hague. Daar hoorden ze de storm waarschuwing en dachten, laten we maar terug gaan. Nou niet dus. Vol gas op de motor en dan achteruit langs een boei varen. In paniek, hulp ingeroepen. De reddingboot was in een kwartier bij ze en hebben 7 uur er overgedaan om ze terug te slepen.

En uiteindelijk kwam de storm pas ’s avonds en hadden we rustig kunnen zeilen. De term ‘soon” betekend tussen 6 en 12 uur. Hadden we dat toen maar geweten. En ook het kleine Nederlandse jacht had dan rustig door kunnen varen.

We komen zonder problemen in Guernsy aan meren af aan een ponton en moeten wachten tot 2 uur voor hoogwater voor er genoeg water op de drempel van de jachthaven staat. Tijd genoeg voor een motor inspectie. Motorolie en koelwater nagekeken en een beetje lek water/olie onder de motor opgeruimd. Als is oke, klaar voor een verdere tocht.

Als er genoeg water op de drempel staat kunnen we naar binnen en op rustig plekje afmeren. En dan begint de wind aan te halen. Het loeit door de haven en we liggen aan de loefzijde van de haven en in de luwte van het stadje. Wat wij blij met onze rustige plek. In de voorhaven, waar je ook kunt liggen gaat het behoorlijk te keer. De schepen, waaronder Bwana, liggen daar te rukken aan de lijnen door wind en zwel.

Ook hier nog lekker stukken gewandeld in de mooi onderhouden parken van de stad. Al is het wel een fikse klim om er te komen. ’s Avonds Rene en Majan van de Bwana uit genodigd om nasi te komen eten en dat was zeer geslaagd. De volgende dag pakken we een paar lokale bussen om het eiland te verkennen. Voor 1 pond per rit rijden ze je het hele eiland over.

We willen weer verder. Morgen zou de wind afnemen en willen we naar de Franse kust. Het is eerst hoog aan de wind. Er staat zoveel zwel dat de zeilen enorm klappen dus motoren we het eerste stuk. Als we de koers kunnen verleggen kunnen we toch goed zeilen. Helaas de wind neemt af. Ik zet de genaker maar door de zwel staat die heel vervelend te klappen, dus de genaker er weer af en verder op de motor. Ik ben de boel aan het opruimen en zit voorop verstopt achter de rubberboot, die op het voordek ligt. Op dat moment komt Albertien aan dek. Ze krijgt de schrik van haar leven, ze ziet mij nergens. Roept mijn naam, geen reactie. Kijkt geschrokken of ik misschien op de wc zit, wat niet zo is en dan slaat bij haar alles op alarm. Ze denkt dat ik overboord gevallen ben.
Ze gilt nogmaals mijn naam en dan sta ik op van; wat is er? Gelukkig je bent er nog, reageert ze meer dan opgelucht.

We zijn onderweg naar Lezardrieux, dat ligt 7 mijl naar binnen aan rivier le Trieux. Om niet te vroeg te zijn varen we de rivier heel langzaam op bijna stapvoets maar de stroom drukt ons hard naar binnen. De rivier is erg mooi met een getijde verval tot wel 9 meter. Wanneer we binnenvaren loopt er een uur voor hoog nog zoveel stroom dat mooringballen onder water getrokken worden. We meren perfect af aan een soort wachtponton dat midden in de rivier ligt.

Ook hier blijven we een 1 dag hangen om de boel te bekijken. Het plaatsje is niet bijzonder. Gelukkig is er een markt, daar wordt Albertien helemaal blij van. Er komt een depressie over en dan zal de wind draaien.

Als de depressie voorbij is gaan we verder we wilden eerst nog een dag wachten want de wind zou naar het noordoosten draaien en hij is nu nog zuidwest eigenlijk tegen. Maar als we ’s morgens het weerbricht horen voorspellen ze windkracht 6 bft. Ook van Bwana horen we dat er een verandering aankomt. En wij willen om de kop Bretagne en dat is altijd spannend want er rent hier een loei van een stroom om de kop tot soms 7 knopen.

We vertrekken een beetje overhaast omdat we eigenlijk morgen pas weg willen maar de wind regeert.
We waren nog een was aan het doen aan boord met de miniwasmachine en centrifuge. Die maken we rap af en dan gaan de de touwen los.
Het tij is goed en de wind draait in de loop van de dag om naar het noorden. Dus weg wezen.

De rivier af en de zeilen omhoog en dan kruisend richting Brest we hebben dikke stroom mee en dat kruist wel lekker. We verliezen onderweg de pikhaak. Dat wordt en ‘man over boord’ oefening. Er straat een flinke zwel van de afgelopen dagen met dat stormweer. Fok weg, omdraaien, de pikhaak niet uit oog verliezen en vissen. Maar met het grootzeil kunnen we niet snelgenoeg reageren, dus ook die naar weg en op de motor proberen of het lukt. We moeten tot driekeer toe opnieuw aanvaren voor we hem eindelijk kunnen oppikken maar het is gelukt. Ook wel eens goed zo’n oefening met deze zwel.

Verder gaat het voorspoedig tot het tij kenterd. De zee wordt gladder maar de snelheid loopt over de grond behoorlijk terug. We varen vannacht door en willen een flinke sprong maken richting Morgat. Als we het tij weer meekrijgen schieten we echt goed op en als we net voorbij het eiland Quessant zijn kenterd het tij weer.

We hopen dat voor dat de stroom hard tegen gaat lopen nog richting de kust te komen, maar dat mislukt. Wanneer we Quessant ronden, varen we op het log bijna 7 knopen maar gaan over de grond net 1 mijl vooruit en zo liggen we een 1.5 uur gevangen door de stroom kunnen geen kant uit, alleen hard blijven zeilen met de motor erbij om op koers te blijven.

Maar dan begint er langzaam verbetering te komen. Eerst 2.5 knoop en later halen zelfs 4 knoop over de grond en als uiteindelijk het tij weer kenterd gaat het weer voorspoedig. Intussen zijn onze bestemmings plannen veranderd we gaan naar Audierne en mogelijk liggen daar kennissen van ons met het schip de Bull. We proberen ze te bellen maar dat lukt niet, we zien wel.

Op het laatste staartje van het tij varen we door het Raz du Seine. Als we bij het plaatsje aankomen is het laag water en kunnen we de rivier niet op. Er staat dan te weinig water. Buiten is een dam in zee waar je toch redelijk beschut ligt en daar ankeren we. Na 28 uur varen en bijna niet geslapen te hebben nu eerst even ontspannen en dutten.

Het is nog vroeg we waren al om twee uur binnen. Er liggen hier dan lokale boten en de reddingsboot en een gasten boot aan mooringen. In de loop van de middag komen er nog een tiental boten bij. De wind blaast hard en we liggen hier comfortabel en beschut achter het anker.

’s Morgens draait de wind naar het noordoosten en neemt nog wat toe. Dat is jammer we willen vandaag verder. Met twee reven in grootzeil en een halve genua spuiten we door het water maar lopen af en toe uit roer. Dit vaart niet fijn en straks om de hoek krijgen we de wind recht op de kop. Dat willen we niet, het mag leuk blijven. We draaien om. Het is nu hoogwater en dan kunnen we de rivier op om in het Audierne een plek te zoeken in de jachthaven. Veel ruimte is er niet voor onze maat boot. Uiteindelijk liggen we dubbel naast een lokale boot en daar blijven ondanks het aanbod van de havenmeester om op een puntje wel zelf aan een steiger te liggen. Het is ons wat te klein en veel verder van de sanitaire voorzieningen die hier luxe zijn.
Tot onze verbazing is de haven zeer betaalbaar.
We willen in kopen doen. Brood is op en nog wat andere dingen. gewoon wat bevooraden en dan is het fijn als je zo van je boot kan stappen.

Het blijft de komende dagen hard waaien uit de noordoost. Het loeit door de haven en we liggen prima met de kop in de wind. Dan maar weer het land met de bus verkennen. Eerst naar Douarnenez maar daar lijkt de hele stad nog in winterslaap zo stil is het er. Wat rond gelopen en een kop koffie gedronken. Dit valt tegen we pakken een bus naar Quimper. Dit is een grotere plaats in het binnenland en wel een gezellige, mooie stad aan de rivier de Odette. Maar we moeten hier 4 uur zoet brengen. Of toch een bus pakken naar een kustplaatsje wat ook wel leuk lijkt; Port La Foret. Wanneer we aan komen stappen we bij de verkeerde halte uit en komen op een saaie plek uit. We pakken de zelfde bus weer een paar haltes terug en komen dan op een leuker plaats uit. Eerst wat eten want je krijgt wel honger van al dat reizen.

Daarna een wandeling door het plaatsje en langs het strand terug en twee uur later weer met de bus Quimper terug hier nog wat rondgezworven door de stad en dan de bus Audierne terug, van morgen 8.15 vertrokken en om 17.15 zijn weer terug. Dat was weer een lange dag rondtrekken door Bretange. De Fransen noemen dit gebied general Finistere.

Weerberichten beluisterd en via internet gecontroleerd. Nog steeds te veel wind. Wat doen we vandaag? De boot droogzetten, want er moeten nog extra anodes onder de boot voor schroef. Tegenover onze ligplaats aan de steiger valt een stuk van de haven met zandbodem droog. Dit is mijn kans om de anodes te plaatsen.

Ik overleg met de havenmeester of dat het goed is. Hij zegt van zet hem maar droog op de helling, maar dat zie ik niet zitten. Ik zeg, aan de overkant is een mooi stuk zand en daar liggen ook allemaal kleine bootjes die droog vallen. Hij zegt dat is ook oke, zet hem daar maar neer.

Dat hebben we toen gedaan maar het is nog hoogwater als we er heen varen en duurt nog 3 uur voor droogvallen getij is hier 4.5 mtr. Daarna anodes geplaatst en foto’s gemaakt en weer wachten dat het water weer op komt. En als we weer drijven naar de steiger aan de overkant daar afmeren en klusje geklaard.

11 juni. Het weer is verbeterd, de wind afgenomen en gedraaid, we kunnen weg. Deze keer wordt de bestemming Concarneau. De wind is zowaar zwak en we zeilen lekker. Na een tijdje zakt de wind in. Het is ook altijd wat of te veel of te weinig. Motor aan, dat is balen. Gelukkig na een uurtje is de wind weer terug en kunnen alsnog zeilen.

Het gaat niet zo hard zodat we de koers verleggen naar Benodet aan de rivier Odette. Daar aangekomen, ankeren eerst op zee voor het plaatsje, want er schijnt een harde stroom naar buiten te lopen. Na vier uur is de druk er uit en kunnen we de rivier op varen. Het is een mooie rivier en hartstikke vol met boten aan een mooring, echt honderden.
We varen de rivier een heel eind op en ankeren op een plek waar er een zijtak bij komt. We liggen fantastisch, een heerlijke stille plek. Je hoort alleen de vogels kwetteren.

Volgende morgen al vroeg anker op om het tij mee te hebben naar zee. Het is wel mistig maar het zicht is voldoende. Op zee aangekomen staat er een lekker windje.
Zeilen omhoog en varen. Op naar de volgende bestemming in dit geval Ile le Groix een eilandje voor Lorient waar op dit moment de boten van de Volvo oceaan race liggen. We hebben mooie zeiltocht en het zicht valt mee. We zien op een bepaald moment een snelle boot onze kant uit komen. Het blijkt een Marine schip te zijn en als hij dichtbij is neemt hij gas terug en draait af. Waarom? Dat vroegen we ons ook af. Maar dan zie ik dat onze sea-me aan staat vanwege de mist en die geeft op hun radar scherm een spot als van een groot schip. Verkeers Centrale” Big Meil” had wel een schip opgeroepen, maar wij voelden ons niet geroepen. Grote schepen moeten zich daar melden, wij deden dat niet vandaar dat ze kwamen kijken.. Verder zonder gedoe komen we aan op Ile le Groix en meren af aan mooring ballen in de voorhaven. Als de boot naar tevredenheid tussen de ballen hangt, varen we met de bijboot naar de wal. Even rondkijken en ons melden bij de havenmeester maar die is nergens te vinden. Dus dat wordt een zorg voor later.

Ja het brood is weer op dus weer op zoek naar de winkels. We lopen het dorpje rond en vinden uiteindelijk een supermarkt buiten het dorp. Dan weer terug naar de haven alwaar we tegen happy hour aankomen. Dat treffen we, een hapje en een slokje gaat er wel in.

We blijven hier nog een dag. We willen wat meer van het eiland zien. We maken een wandeling van 3.5 uur en zien zo de helft van het eiland. Onderweg langs de bovenkant van de rotsen hebben we een mooi gezicht op zee en zien daar de boten van de Volvo oceaan race varen in een wedstrijd. Als we weer terug komen op de boot zien we dat de hele haven volloopt met weekendgangers. Allemaal mensen die even naar het eiland komen. Het is ook maar een hippetripie vanaf de wal, ik denk een mijl of 6 varen. Dat is zelfs met een dingy goed te doen en nu is er ook nog fantastisch weer bij. De hele haven ligt ’s avonds vol geplempt met boten van allerlei soorten en maten. Het lijkt Terschelling wel met de bouwvak.

We hebben aan beide kanten Belgische buurboten. Leuk contact en dat kan gelukkig in het Nederlands want met Frans kom ik niet zo ver. Een van de boten is een soort charterschip met betalende gasten, die graag willen leren zeilen op zee. De schipper heeft het schip geleend van een vriend maar heeft geen bijboot en ze willen van boord of ik ze even kan brengen, nou dat lukt wel. En als ik ze later weer ophaal van de kant moeten we natuurlijk nog wel even wat drinken bij ze.

Daar horen we van de schipper dat hij dit min of meer voor z’n beroep doet maar dat het eigenlijk niet genoeg opleverd. In ieder geval vaart hij in hele verschillende gebieden. Nu hier in Bretagne, volgende week op de Oosterschelde en de week er op voor een maand op de Oostzee bij Zweden. Leuk afwisselend werk. Zijn eigen boot staat in Lagos op de kant. Daar gaat hij in augutus naar toe, dus wie weet zien we elkaar daar weer.

Ze willen morgen vroeg vertrekken maar dat zit er niet de hele haven is dicht gelegd met jachten en voor de meesten wakker zijn duurt nog wel even. Het is tenslotte zondag. Maar om half tien kunnen zij en even later ook wij vertrekken. Binnen in de haven is het vrijwel windstil maar eenmaal buiten staat er een zwakke wind en kunnen we de zeilen hijsen. Op weg naar Belle Ile zo’n 22 mijl verder.

De wind zakt halverwege er uit en dan moet de motor aan. Ook al omdat er hier toch wat deining van de oceaan staat waardoor de zeilen erg staan te klappen. We komen om half 3 aan op Belle Ile moeten nog even wachten voor we door de brug en de sluis kunnen. Je ligt hier achter een sluisdeur. Daar blijft genoeg water staan, de voorhaven valt gedeeltelijk droog bij een tijverschil van max 5 meter. En dan afmeren, havengeld betalen en de plaats verkennen. We komen toevallig langs een busstation waar de lokale bus klaar staat om te vertrekken. Albertien zegt zullen instappen en het eiland verkennen dat is een goed idee. Na het halve eiland rond gereden te hebben komen we weer terug bij het vertrekpunt en hebben we weer een hoop gezien.

Ja het inmiddels maandag dat betekend wasdag, alle wasgoed verzamelen. Lekker soppen in onze miniwash, dan in de centrifuge en ophangen en zo is al weer 11uur. Verder nog wat schoonmaakklussen aan de boot en dan is alles weer spik en span. We moeten het lock uit. Er komt vandaag een groep wedstrijdboten en die hebben gereserveerd en mogen naar binnen en wij gaan in de voorhaven aan moorings afmeren.

Als we in de voorhaven liggen merken wel dat er een beetje zwel staat maar het is goed te doen. Bijboot overboord en naar de kant om inkopen te doen, het dorpje rond wandelen en een crepe met een fles cider nuttigen. Nog weer een heen en weertje om te douchen en dan is het al weer avond. Er lopen nu achter elkaar schepen binnen. De binnenhaven is gesloten, dus alles wordt nu in de voorhaven aan de 12 moorings geknoopt en ligt dan ook stijf van de boten. Gelukkig kunnen wij er nog wel uit.

We willen morgen om vijf uur ’s morgens varen in verband met het tij, wij de wekker gezet. Maar……als we ’s morgens wakker worden en naar buiten gaan, blijken ze ons gisteravond laat helemaal in gebouwd te hebben. Hadden we niet in de gaten en we kunnen er niet uit zonder een aantal schepen wakker te maken. Wat doen we? Het is nog donker buiten en fris. We duiken het bed weer in en vergeten het tij.

Om een uur of acht wordt de wereld wakker en om negen uur kunnen we vetrekken naar onze volgende bestemming. Dat is een haventje aan het vaste land. Onderweg zeilt het lekker. En als we dan ook nog zeker weten dat we Liesbeth en Hans, die in Bretagne op vakatie zijn, niet zullen treffen, besluiten we om door te varen naar een volgend eiland; Ile d’ Yeu. Daar willen aan de onderkant in het zuiden voor anker gaan in een baai.

Ook nu weer zakt tijdens de tocht de wind er uit. Onze snelheid loopt terug naar 2 knopen dan de motor maar aan. Na een paar uur op de motor gevaren te hebben komt de wind terug en kunnen we weer zeilen. We hebben wel veel tijd verloren zodat we laat aankomen en besluiten toch naar de haven in het noorden te gaan. Het is 19.30 als we afgemeerd hebben. Net op tijd want de haven is al bijna vol.

Het blijkt een gezellig eiland. We lopen ’s avonds het plaatsje rond en het bevalt ons wel. De volgende morgen spreken we een paar Belgische buren. Die vertellen enthousiast dat het zo’n mooi eiland is en dat je hier prachtig kan fietsen. Wij gaan om, we blijven hier een dag langer om het eiland te bekijken. Bovendien is er toch geen wind op het moment.

We fietsen op onze vouwfietsen het eiland rond. Het is inderdaad een mooi en gemoedelijk eiland. We genieten er erg van en als we weer terug in het dorpje Joinville zijn strijken we moe maar voldaan op een terrasje op neer. Een lekker koud biertje kan weer, we hebben een stralende dag gehad met eindelijk lekker warme temperaturen. Zo een dag geeft echt een vakantie gevoel.

Morgen willen we naar de geboorteplaats van Zeezot. Daar in Sables d’Olonne is het schip gebouwd bij de werf Alubat en ik ben wel nieuwsgierig naar de werf om daar eens te kijken. We hebben ook nog wat aluminium schroeven nodig voor de ramen kijken of we ze bij de werf kunnen scooren. We gaan het zien.

We vertrekken om 7.50 uur van Ile d’ Yeu naar Sables d’ Olonne. Het weer lijkt goed, een mooie noordoosten wind. Touwen los en vertrekken. Eerst langs het eiland waar de zee erg onrustig is. We worden bijhoorlijk heen en weer geslingerd. Gelukkig is dat voorbij het eiland een stuk minder.

We zijn al een paar uur onderweg en zien dat achter ons een enorm mistveld aan komt rollen, die het eiland begint op te slokken. En wij maar zo hard mogelijk zeilen om de mistbank voor te blijven en dat lukt. We komen om op tijd aan in Sabbles d’ Olonne 14.00 uur liggen we in de haven.

We vragen de havenmeester waar we Alubat kunnen vinden en gaan op weg daarheen. Helaas stuurd hij ons naar een verkeerde plek en kunnen we ze niet vinden. We gaan het vragen bij de receptie van een botenverkoop bedrijf en daar zoekt een vriendelijk dame het voor ons uit. Zij ontdekt, dat we helemaal aan de andere kant van de stad op een industrieterrein moeten zijn. Dat is pech, dan moeten onze plannen om. Nu gaan we flaneren langs de boulevaard, vinden een cafe met internet en duvel en espresso daar kunnen we even bezinnen.

We besluiten een dag langer te blijven en dat geeft een heleboel rust. We gaan morgen naar Alubat voor de schroeven met de lokale bus.
Op het busstation pakken we de bus en die brengt ons tot vrijwel op de bestemming, dat is mooi. Bij de werf naar binnen en uitgelegd wat we willen. We moeten even wachten op de man die ons kan helpen maar we mogen wel even rond kijken en dat doen we dan ook. Buiten een paar Ovni’s in aanbouw zien we ook een paar lange gestrekte schepen liggen. Rondspant van onder, de zijkanten vlak en wel 18 meter lang bijgenaamd “de Sigaar” een nieuw model in het pakket van Alubat voor de rijken der aarde. Snelheden van 13 knopen aan de wind en 18 ruimwinds dat schiet tenminste op.

Als we later de schroeven krijgen verlaten we de werf lopen naar de bushalte daar moeten we een tijdje wachten. En dan komt een van de bazen van Alubat langs rijden en biedt ons een lift aan naar de stad. Dat is erg aardig en onderweg verteld de man dat ze nu bezig zijn een weg te vinden naar de nieuwe rijken. Russen en Japanners, die kopen de Sigaar boten cutombuild voor tussen 2 en 3.5 miljoen. Hij verteld dat dit soort mensen extreme eisen tijdens de bouw hebben en dat de boten soms door dat soort dingen dubbel zo duur worden. Als we terug zijn in de stad gaan wij nog weer rondkijken en plannen maken voor morgen. We trakteren ons zelf op uit eten om te vieren dat we elkaar twaalf jaar geleden ontmoet hebben. Tijdens het eten kijken we terug op de mooie tijd dat we samen zijn en dat we inmiddels al op veel plekken op de wereld geweest zijn samen.

We vertrekken. De weerberichten zijn licht weer, weinig wind. Voor de zekerheid de dieseltank volgooien en dan kunnen we op weg. Het volgende doel is Spanje we twijfelen tussen Santander en Gijon maar besluiten toch maar naar Gijon te gaan.

Het wordt een tocht van 240 mijl en met dit lichte weer denken we daar zo’n 48 uur over te doen. Als we voorbij de aanloop ton zijn kunnen de zeilen omhoog en lopen we zo’n 4.5 tot 5 knopen door het water. Niet zo snel maar dit is goed te doen. Na een dag zo gezeild te hebben zakt ’s nachts de wind er uit en moet de motor aan voor een paar uur. In de morgen komt de wind weer terug, dus zeilen maar weer. Genaker over de ene boeg en de genua over te loefert. Zo varen we de hele tweede dag. Maar ook nu zakt de wind er weer uit tegen avond motor aan maar na een uur komt de wind terug. Nu uit een andere hoek, daardoor kan de genaker niet meer maar met de genua te loefert en het grootzeil lopen we tussen de 6 en 7 knopen. Zo lopen we er lekker door en komen tegen vijven voor Gijon. Te vroeg; dus zeil minderen, want we hebben geen idee hoeveel visboeien of netten in het water liggen. Ondanks de dubbele reven wil Zeezot naar de haven, zij rent er door. Dus minderen we nog meer zeil.
De maan is al onder en we wachten tot het ochtendgloren voor we binnen lopen. Pas na zessen wordt het iets lichter en kunnen we naar binnen om ons heen zijn wel veel visboten maar van netten zien niets. Om zeven uur afgemeerd aan de aankomststeiger en nu naar bed. Ik heb nog niet geslapen alleen een beetje zitten doezelen gewoon even onderuit. Pss….

Om negen uur wakker en daar staat de douane op de boot te tikken inklaren. Hoezo EU? De meneer is erg vriendelijk en handelt de papierenboel snel af. Dan nog even naar het havenkantoor met ook weer veel papierwerk en dan mogen we verkassen naar de passantenhaven.
Hier sluiten het hoofdstuk Frankrijk en gaan verder met Spanje voor foto’s kun je naar onderstaande link aanklikken.
http://picasaweb.google.com/syzeezot

Powered by WordPress